Elke radioamateur kan zichzelf en zijn station ten dienste stellen van de gemeenschap, vooral in geval van catastrofen. De kennis en de kunde van de radioamateurs kan dan ingezet worden voor het ondersteunen van professionele hulpverleningdiensten bij de bestrijding van rampen en andere grootschalige incidenten. De radioamateur kan zich inspannen om alternatieven te bieden voor communicatie bij langdurige uitval van het lichtnet, telefoon, GSM netwerken of internet.
In het verleden werd reeds meerdere keren een beroep gedaan op de Belgische radioamateurs in het licht van het vroegere Rode Kruis Noodnet (RNN).
▪ In mei 1985 tijdens het Heizeldrama (de rellen in het Heizelstadion tijdens een voetbalwedstrijd).
▪ In maart 1987 bij de ramp met de veerboot de Herald of Free Enterprise voor de haven van Zeebrugge.
In de winter van 1993-1994 bij de overstromingen van de Maas nabij Namen.
Ook op international vlak en in andere landen stellen radioamateurs hun materiaal en hun kennis in voor de hulp aan hun medemensen: na de terreuraanslagen van 11 september 2001 waren heel wat Amerikaanse radioamateurs in de weer om de noodcommunicaties in goede banen te leiden. Sommigen hebben het bekocht met hun leven… tijdens de tsunami-ramp op 26 december 2004, waren het de radioamateurs die voor de essentiële communicatie zorgden. bij de aardbeving in Italië van april 2009 zijn onze Italiaanse collega’s ook betrokken bij de noodhulp.
Maar na 40 jaar was in België de conventie met het RNN aan een actualisatie toe omdat onze maatschappij, de telecommunicatie en de wetgeving is geëvolueerd. In verband met deze materie kunnen we onder andere vermelden:
▪ De federalisatie van België: De Nationale Belgische Rode Kruis werd gefederaliseerd, en bestaat nu uit twee organisaties: Het Rode Kruis Vlaanderen, La Croix Rouge de Belgique – Communauté Francophone, die instaan voor de werking op hun grondgebeid. Dit zijn nu dus 2 autonome organisaties.
▪ Wetgeving rond het radio-amateurisme: ook de wetgeving rond het gebruik van zendaparatuur is sterk geëvolueerd, er was een nieuwe wet in 1979, gewijzigd door diverse KB’s. De praktische uitvoeringsbesluiten zijn opgenomen in de MB van 19/12/1986 en 09/01/2001.Onlangs verscheen er een nieuwe wet (Juni 2005) en zijn er nieuwe KB’s en MB in voorbereiding, waarin de noodcommunicatie ook geregeld wordt.
▪ In 2006 kwam er een KB die de nood- en interventieplannen aanpast die de gemeenten en de provinciale overheden moeten opmaken.
Dit alles maakte het noodzakelijk om de noodcommunicatie via radioamateurs ook te actualiseren. Alle radioamateurs die interesse hebben voor dit soort activiteiten zijn nu georganiseerd in B-EARS dat staat voor de Belgian Emergency Amateur Radio Service.
De UBA wil met deze nieuwe naam en structuur de noodcommunicatie meer gestalte geven en bekend maken naar de buitenwereld.
UBA-leden die wensen deel uit te maken van B-EARS engageren zich om op regelmatige basis deel te nemen aan oefeningen en activiteiten ten einde operationeel te zijn bij eventuele rampen of op vraag van een hulporganisatie.
Willen wij als een volwaardige partner aanvaardt worden bij de overheden, dan moeten we kunnen bewijzen dat we op betrouwbare (professionele) wijze kunnen instaan voor noodcommunicatie. Dat was de taak van de werkgroep om een nieuwe structuur en werking voor te stellen.
B-EARS is regelmatig in bespreking met Binnenlandse Zaken om één en ander verder uit te werken en te officialiseren. Wegens onze lange aanloop naar een nieuwe regeringsvorming heeft dit alles echter voor vertraging gezocht.
De B-EARS stuurgroep bestaat uit 2 vertegenwoordigers per provincie, de nationale voorzitter van de UBA, twee regionale verantwoordelijken en een technisch verantwoordelijke.
Er wordt vergaderd per taalgroep, gezien de verschillen in de relaties met de hulporganisaties. De provinciale verantwoordelijke van B-EARS zal een belangrijke rol spelen in de nieuwe structuur. Hij staat in voor de activiteiten in zijn provincie. Hij is ook de contactpersoon voor alle B-EARS leden van zijn provincie.
De leden van B-EARS werken regelmatig mee aan oefeningen om paraat te zijn in geval van nood. Zij vormen het kader indien men beroep moet doen op nog meer radioamateurs bij zeer ernstige rampen. UBA-leden die wensen deel uit te maken van B-EARS kunnen hun aanvraag indienen via een centraal e-mail adres, namelijk b-ears@uba.be en op termijn via de UBA-website. Deze gegevens worden doorgegeven aan de provinciale verantwoordelijke.
Er zijn nu reeds talrijke amateurs die uitgerust zijn om mobiel of portabel te werken. Denk maar aan SOTA’s en OFF’ers… Deze hebben allerlei materiaal reeds paraat. Ook via de velddagen bestaat er reeds een know how bij vele clubs.
Het zou mooi zijn moest binnen elke afdeling van de UBA al was maar enkele actieve en steeds parate B-EARS leden zijn. Het spreekt van zelf dat minder parate leden ook kunnen helpen bij het klaar maken en onderhouden van de apparatuur (zenders en antennes), het organiseren en deelnemen van regionale oefeningen, trainingen allerlei, en uiteindelijk ook bij noodgevallen als backup.
Kortom, alle UBA leden die geïnteresseerd geraakt zijn in B-EARS kunnen op de website van de UBA dit steeds vrijblijvend bekend maken. Er dient nog veel georganiseerd en concreet uitgewerkt te worden. Maar dat is juist het boeiende. Is het immers niet leuk om zowel zijn hobby te kunnen beöefenen als ten dienste te staan van de gemeenschap in geval van nood ??
De gebruikte modussen zullen niet alleen fonie zijn maar ook digitaal verstuurde data.
Het ene kan daarbij complementair zijn aan het andere. Dit vooral in VHF en UHF, maar met NVIS antennes kan er ook worden gewerkt op bv op bv de 80m band. Denk al maar aan het in clubverband bouwen, afstellen en testen van radiokoffers, draagbare antennes, etc.
Last but not least moet er gezegd dat in onze buurlanden er reeds veel langer dergelijk goed georganiseerde structuren van radioamateurs bestaan die in samenwerking met de overheid zich ten dienste stellen van de gemeenschap in geval van nood. Denken we maar aan het DARES in Nederland, het RAYNET in het Verenigd Koninkrijk, het FNRASEC in Frankrijk, NOTFUNK in Duitsland, om er maar enkele te noemen.
http://www.dares.nl/
http://www.raynet-uk.net/main/
http://www.fnrasec.org
http://www.notfunk-deutschland.de/news.html
Alhoewel elk land en zelfs elke regio zijn eigen overheidsstructuren en hulporganisaties heeft, spreekt het vanzelf dat we van andere organisaties steeds kunnen leren en steeds niet het wiel dienen te heruitvinden. Er kunnen ook persoonlijke ervaringen uitgewisseld worden. Daarom raad ik ten zeerste een bezoekje aan al deze websites aan.
Om steeds een transceiver paraat bij de hand te hebben is het handig om deze in een koffer(tje) in te bouwen. Dit wordt door onze engelstalige vrienden een go-kit genoemd. Daarover meer later.
Tony ON4TVT